Van Mierlo’s opvolger Jan Terlouw was nog wel aardig, een brave meneer maar geen kwaaie (hoewel de manier hoe met zijn bijna-lijk door de omroepcoulissen van Hilversum wordt geparadeerd, wel pijnlijk begint te worden). Daarna kantelde het beeld langzaam. Brinkhorst is een vervelende frik, Engwirda wordt door niemand herinnerd, Thom de Graaf is de levende ondermijning van “bestuurlijke vernieuwing”, Boris Dittrich een passant die te licht was voor het stempelkussen en Alexander Pechtold verbeeldde de definitieve omslag van een partijtje dat uit een anarcho-liberale wieg tot wasdom kwam als elitair-populistische betweterskliek. (In deze negatieve opsomming mist de op tragische wijze vermoorde Els Borst - de enige die nog wel eens wordt gemist.)
Rond de eeuwwisseling, de jaren Fortuyn, knapte er wat bij D'66 en in het spoor van de zittende macht volgde het sleetse patroon van almaar stijgende zelfimportantie. Toen ook nog eens bleek dat de meerderheid van de Nederlandse kiezers behalve in migratie ook niet zo veel heil zag in méér Europese Unie, positioneerde Alexander Pechtold D'66 als permanente tegenpool tegen de PVV van Geert Wilders - maar hij heeft onderschat hoe besmettelijk de populistische retoriek is. Deftiger taal maakt de partij niet minder banaal: D'66 is vooral heel goed geworden in pretenderen dat politiek een heel ingewikkeld spel is dat je aan professionals moet overlaten. Aan turbo-ambtenaren, aan lobbyisten en consultants, mensen in blauwe pakken op bruine puntschoenen, met hoge scholing en liefst ook nog een deftige, als het even kan adelijke achtergrond. Elitair populisme met een religieus randje van prekerigheid.
Met vrijzinnigheid is niks mis en laat vrijpostigheid in vredesnaam niet volledige verloren gaan in de samenleving post-MeToo, maar zodra de vrijzinnigheid zich naar een belerende houding vertaalt en die als progressivisme wordt verkocht, begint het te wringen. En het wringt, bij D'66. Dat is niet alleen een particuliere opvatting, dit delen velen: weinig partijen roepen zo veel irritatie (en agressie) op als de partij van Sigrid Kaag.
Vrijzinnig liberaal —> Dwingende moraal
Begrijpelijk, wel. Euthanasie en een vrijwillig levenseinde lijken me beter te regelen dan het nu is, de mens moet over zichzelf kunnen beschikken. Idem ten aanzien van abortus: vrouwen moeten in vrijheid over hun eigen lichaam kunnen beschikken. D'66 staat wat mij betreft terecht voor de liberalisering van deze ethische vraagstukken. Maar als tegenover deze medische ethiek de donorregistratie in een dwangbuis wordt geforceerd door D'66 (je bent tegenwoordig automatisch een tot donor gemaakte door de overheid, ténzij je jezelf actief afmeldt voor deze schending van je grondwettelijke recht op lichamelijke integriteit), ben je dan als partij nog vrijzinnig liberaal, of meer van de dwingende moraal?
D'66 pretendeert ongeveer op dezelfde manier voor meer directe inspraak te zijn. De partij liet het eigen wetsvoorstel daarvoor echter eerst vallen, omdat enkele referenda (Grondwet, Associatieverdrag, Sleepwet) met drie keer een klinkend “NEEN” niet de uitkomsten brachten die D'66 wilde horen. Ronald van Raak viste het plan namens de SP uit de prullenbak, D'66 stemde vorig jaar alsnog in met een correctief bindend referendum. Maar: er geldt straks een bijna onhaalbare uitkomstdrempel en Europese verdragen zijn uitgesloten van inspraak. Het nieuwe referendum wordt melaats geboren, omdat D'66 geheel in de traditie van progressieve machtspartijen besloten heeft dat de schijn van inspraak en verheffing voldoende is voor het volk. Verder moet men gewoon doen wat D'66 wil.
Snuiven versus suikertaks
Wat er nog resteert aan vrijzinnigheid bij D'66, zit binnen de muren van de eigen partij, waar een reputatie van losbandigheid op het gebied van drank, drugs en onderlinge relaties hangt. In die zin is D'66 nog lekker-los-in-de-broek (dan wel bloes) liberaal en dat is prima, maar het staat zo ontzettend haaks op de geheven vingertje dat ze naar buiten toe (en vooral: naar beneden toe) wapperen richting iedereen die niet doet wat D'66 wil. Dus zelf lekker met de neus in de sos en/of de broekjes van jonge medewerk(st)ers, terwijl de gewone man (m/v) met vet-, vlees- en suikertaks aan een gezonder dieet moet worden gehouden, en via #MeToo aan een krappere zedenmoraal geketend. Ja, dat wekt wrevel.
Wat ook stoort, omdat het uit balans ligt: Waar bij Wilders op ieder woord en bij elk werkbezoek een vergrootglas wordt gelegd of hij geen wetten, regels of politieke etiquettes overschrijdt (vaak geponeerd in de vorm van stellingvragen als “Wordt Wilders door buitenlandse geldschieters betaald?” en “Hoe ver mogen de uitspraken van Wilders over de islam gaan?”), blijven pers en praathoofden meestal verdomd stil als een techmiljonair een miljoen doneert aan de D'66-campagne of wanneer Alexander Pechtold een lokaal raadslid tot abortus dwingt (Anne Lok) nadat hij haar eerst bezwangerd heeft in een scharrig penthouse in Scheveningen dat hem
op vage gronden (scoop van GS) is geschonken door een Canadese diplomaat waar hij ooit “chauffeursdiensten” voor deed. Wat D'66 wel krijgt, is wervende NPO-documentaires over Sigrid Kaag, waar ze nog net geen
final cut over kregen van de VPRO (scoop van GS). Pijnlijk, beschamend en wat Jan D. daarover foeterde: